Als je columns over mobiliteit gaat schrijven weet je een ding heel zeker.. Met regelmaat moet het over duurzaam, CO2, broeikas, uitstoot, roetdeeltjes en ander milieubelastend geneuzel gaan. Geneuzel? Jazeker! Niet omdat het milieu voor mij niet belangrijk is, integendeel zelfs. Maar vooral omdat het hoogste woord in deze discussie per definitie wordt gevoerd door personen die uit hun groene nek lullen.
Zit u al te gapen na deze eerste zinnen? Wacht, blijf er nog even bij. Ik ga verder niet in detail, maar onthoud wel dat de uitstoot van “groene” auto’s wordt gemeten onder onmogelijke omstandigheden en dat bij het produceren van een elektrische auto ruim 14 ton CO2 wordt uitgestoten, terwijl een “normale” auto al voor 6 ton CO2 in de showroom staat te shinen. Waardoor een elektrische auto ook pas echt groener dan zijn benzine broertje wordt als deze minimaal 15 jaar blijft rijden. (Even in verhouding: een retourtje Shanghai met een vliegtuig? 4 ton CO2..) Gaap… Of toch niet. Hoe dan ook, duurzaam autorijden zal de toekomst worden, het is niet anders.
Vraag aan een persoon aan welke auto hij denkt bij “duurzaam rijden” en hij zal zeggen: Tesla. Al doen BMW, Nissan, Jaguar en natuurlijk ook Volkswagen een flinke duit in het elektrische zakje. Maar vraag eens aan een Tesla rijder waarom hij een Tesla heeft gekocht en hij zal je allerlei redenen gaan geven, behalve “duurzaam”.
De echte Tesla rijders (of andere stekkerauto-bezitters) hebben namelijk twee overeenkomsten:
1. Vrijwel allemaal hebben ze de keuze op hun heilige koe laten vallen omdat het gunstig in de bijtelling is. Een fiscaal trucje van onze minister om die mannen (ja, altijd alleen mannen) überhaupt in de electrocar te krijgen. Geloof me, er wordt geen Jaguar E-pace meer versleten als de belastingbetalers niet mee zouden doen bij de aankoop.
2. De mannen (jaja, echt alleen mannen) gek zijn op gadgets. Nieuwe hebbedingetjes in hun auto. Geen bekerhoudertje meer maar een grote iPad voor je neus tijdens het rijden. Veel lampjes op je dashboard zoals vroeger alleen Michael Knight in zijn Kitt had. Een acceleratie die tijdens het optrekken een omgekeerde whiplash kan opleveren en uiteraard de instelbare elektrische kachel die via een app op je telefoon te bedienen is. Daaag ijskrabbertjes. Toch handig. Een enorm hoog gadget gehalte, wat ons mannen doet genieten. Elektrisch, zoals vroeger de botsautootjes op de kermis ook al stoer waren.
Niet alle gadgets zijn trouwens handig. Het extreme dieptepunt hierin zijn wel de vleugeldeuren van de Tesla X. Gebaseerd op de auto uit “back-to-the-future”. Die vleugeldeuren van nu zijn nog steeds even gaaf als zinloos als in de auto van Marty McFly destijds. Een gadget die werkelijk nergens op slaat en vooral onhandig is. Als je een Tesla X ziet stoppen op de parkeerplaats moet je maar eens kijken hoe de mensen uit hun auto moeten kruipen. Echt lachen hoor. Maar ja, wel hypermodern. Anyway, het heeft voor de chauffeur allemaal niks met duurzaam of uitstoot te maken. Wel met belastingvoordeel en de nieuwste gadgets. Prima toch? Ook daarvoor zijn we tenslotte mannen.
Fotografie: Jeroen van Eijndhoven
Tags